Toespraak Christa Compas bij ALV van HV-Utrecht, 21-12-2017 .
Zelluf doen. Ik zal niet de enige in de zaal zijn van wie het verhaal in de familie gaat dat ze eerder zelluf doen dan papa of mama konden zeggen. En als je al niet “by nature” je eigen autonomie claimt wordt je dat wel met de onderwijslepel ingegoten. Het lezen op de basisschool begint met een IK-boekje. Het is ik – maan – roos – vis en niet WIJ – maan – roos – vis. En in mijn geval wordt het je als Amsterdammer ook op straat nog een keer ingepeperd. Het is I Amsterdam en niet We Amsterdam. En als humanist moet ik ook altijd maar eerst zelf denken en dan samenleven. Tegen zoveel opgedrongen autonomie is geen enkel individu opgewassen, wil ik maar zeggen.
De oprichters van de afdeling vroegen mij om in te gaan op autonomie en verbinding bij HV-Utrecht. Waarom houden we zo van autonomie, vroegen ze. En ze voegden daaraan toe: ‘De afdeling Utrecht bestaat uit sterke persoonlijkheden met compleet andere levens die elkaar vinden in de humanistische waarden en normen en zich daardoor committeren als afdeling om bij te dragen aan de vijf investeringsprogramma’s van het HV.
Hoe zit het nu met die autonomie? Humanisten hebben daar boeken over vol geschreven, zoals ook een van de leden van deze nieuwe afdeling en ook medewerker van het HV; Esther de Wit. Zij stelde het boek ‘de autonome mens’ samen bij het 60-jarig bestaan van het verbond. En alhoewl we inmiddels 71 zijn levert het boek nog steeds behartenswaardige inzichten op.
Het boek was een reactie op de tegenstelling die gecreëerd werd tussen het ik van de autonomie en het wij van de samenleving. De rode draad door de bijdragen was dat bij een goede definitie van ik en wij, ik en wij helemaal geen tegenstelling zijn maar elkaar nodig hebben.
Hoe kunnen we dan aankijken tegen die sterke Utrechtse persoonlijkheden die zich committeren om een afdeling tot stand te brengen? Hoe hebben die sterke persoonlijkheden en die afdeling elkaar nodig?
Laten we allereerst eens tegen het licht houden wat we onder een sterke persoonlijkheid verstaan. Ik dnek dat de afdeling in oprichting hier namelijk suggereert dat een sterke persoonlijkheid ook een autonome persoonlijkheid is.
Maar is dat zo? Laten we even een makkelijk, uitgekauwd voorbeeld nemen. Ik neem aan dat iedereen hier van mening is dat Trump een sterke persoonlijkheid is, een echte alfaman. Maar vinden we Trump ook een autonomie persoonlijkheid? Waarom wel / waarom niet?
Als we kijken naar Obama zullen we het snel met elkaar eens zijn dat hij zowel een sterke persoonlijkheid is als ook een autonome persoonlijkheid.
Sterk en autonoom is in sommige definities van autonomie ongeveer hetzelfde maar veel humanisten hebben toch de neiging autonomie zo te definiëren, dat sterk en autonoom niet per definitie hetzelfde is.
Trump zouden we wel kunnen herkennen in de Dikke Ik definitie van autonomie zoals Kunneman die introduceerde. (Een begrip dat later in een van de zeldzame visionaire lezingen door Rutte op een heel andere manier is overgenomen. Rutte bedoelde daarmee een egoïstische houding.) Kunneman ziet die Dikke Ik als vrij, autonoom en welvarend en tegelijkertijd hoogst ontevreden. Een individu dat zich bevrijd heeft van alle vormen van moreel gezag en zich door niemand iets laat zeggen. Een individu dat zich laat leiden door de behoefte aan aandacht, respect, status en hulp. Hoe dan ook moet er aan die behoefte voldaan worden. De Dikke Ik is het prototype van dat wat we doorgeschoten individualisme noemen. Iets waar we niet trots op zijn.
Humanisten zijn trots op dat wat ze als de oorspronkelijke betekenis van autonomie zien. Autonomie betekent dan zichzelf de wet stellend. De rede en de wil spelen daarin een grote rol. Willen is niet zoiets als wensen, begeren of verlangen - je ongeremd overgeven aan je behoeften – maar het vermogen om zich bij het handelen door regels of beginselen te laten leiden. Dus het vermogen om zelfsturend te zijn. Zelfsturend is een heteronome wereld van markt en media. Zelfsturend als noodzakelijke menselijke illusie in een wereld van alom aanwezige algoritmes en neurologische processen.
Dit is waarschijnlijk ook de definitie van autonomie die de sterke persoonlijkheden van de afdeling Utrecht voor zichzelf hanteren (en dat deel ik met ze). Natuurlijk laten jullie (en ik) je niet leiden door directe behoeftenbevrediging.
Maar hoe zit het nu met die sterke persoonlijkheden die zich ook nog committeren aan het humanisme en het Humanistisch Verbond? Voor veel autonome individuen is dat 2x eng.
Ik sprak laatst met een vertegenwoordiger van de Nederlandse boedhisten. Wij hebben een probleem zei hij. De helft van de Nederlandse boedhisten noemt zich geen boedhist. ‘Ich mochte deine sorgen haben, reageerde ik. Zeker 90% van de Nederlandse humanisten noemt zich geen humanist (ik vind het niet humanistisch om mezelf humanist te noemen is nog een van de vrolijke verklaringen). En nog enger is het om je te verbinden aan een organisatie. Een organisatie waarin je je soms ook iets moet laten zeggen door die ander. Waar je iets samen onderneemt wat er wellicht anders uitziet dan als je het in je eentje zou hebben gedaan. Waar je soms gezag aan een ander toekent – niet omdat hij superieur aan je is – maar omdat het gewoon praktisch is dat er een knoop wordt doorgehakt. (Een collega van een grote humanistische organisatie – die in een miljoenen kostend conflict met een andere H organisatie was verzeild, verzuchtte een paar weken geleden tegen mij: is er dan nergens een humanistische Salomon die een definitief oordeel kan uitspreken?)
Ondanks het boek van 11 jaar geleden is Wij en Ik nog altijd lastig voor humanisten. Ik kan nog wel beperkt worden in de vrijheid door een ander. Ik, wiens vrijheid anders in het geding is, maar IK voor Wij, dat ik linke soep. Verbinding is nog altijd een moeizame zaak (alhoewel wij wel jaarlijks groeien en er dus meer mensen lid worden). Dat, terwijl ik zou zeggen zelf denken is mooi, maar van samenleven word je toch pas echt blij. Maar ik heb dan ook langer bij een vakbond gewerkt dan bij het Humanistisch Verbond. Mij doe je een enorm plezier met die ouderwetse verheffing. De kick van het werken als vakbondsbestuurder in de schoonmaak en dan samen kijken hoe je iets voor elkaar krijgt wat je in je eentje nooit gekund of gedurfd had. Daar waar anderen in de kerstvakantie misschien het liefste voor de honderdste keer Love Actually en Alles is Liefde kijken, kan ik elke vakantie Made in Dagenham en Pride bingewatchen.
Films met echte workingclass verheffing. En het bijzondere in die verbinding is altijd dat door dat WIJ in die verheffing, de IK niet beperkt wordt, maar juist groeit en sterker wordt. Dat door dat WIJ het IK  de Brood en Rozen verwerft die die fysieke en mentale autonomie mogelijk maakt. En ik kan natuurlijk hetzelfde zeggen zonder die vakbondsromantiek. Dan gaat het om de klassieke positieve vrijheid. De vrijheid om deel te nemen aan het publieke debat, de vrijheid om een echte burger te kunnen zijn. Voor zelfontplooiing en zelfbeschikking heb je die ander nodig, om op zijn schouders te kunnen staan, om je gedachten aan te kunnen scherpen om iets mogelijk te maken wat je eerder niet voor mogelijk hield of om soms gewoon een beetje geholpen te worden (dat is ook voor sterke persoonlijkheden soms best fijn.
En dan nog een laatste boodschap voor de sterke persoonlijkheden hier in Utrecht. En voor de ongetwijfeld lastige momenten die na de eerste wittebroodsjaren van de nieuwe afdeling ook zullen ontstaan. Ik gun jullie ook nog een van de andere autonomielessen uit het eerder genoemde boek. Tsjalling Swierstra en Evelien Tonkens pleiten daarin voor autonomie door zelfspot. Die zelfspot relativeert maar is niet relativistisch zeggen ze. Met een beetje zelfspot houd je je idealisme beter vol en vermijd je dat je idealisme onderdrukking van anderen rechtvaardigt. Precies vanwege het dubbele karakter ervan: het vermogen om tegelijkertijd de pracht van onze goede bedoelingen te zien als de som van belachelijke pretentie en de donkere keerzijden daarvan.
En met die zelfspot gaan jullie vast en zeker een prachtige bijdrage leveren aan al die prioriteiten van het Humanistisch Verbond. Van livestream tot de ijskast. Van bildung en zorg voor elkaar naar What’s my crime. Ik wens jullie heel veel succes en ik ben trots op jullie.